Een beslissende doorbraak

Door: Arnold Heertje

Langer dan een jaar ben ik intensief betrokken bij de zaak over de mishandeling van mevrouw Antonova uit Culemborg, haar tweeling en hun halfbroer Ilja, door het bureau Jeugdzorg Gelderland. Bijna drie jaar geleden zijn de toen negenjarige kinderen volstrekt ten onrechte uit huis geplaatst en de speelbal geworden van een reeks van dubieuze instellingen: Bureau Jeugdzorg Gelderland, het Legers des Heils en de Raad voor de Kinderbescherming. Tientallen juridische procedures zijn er gevoerd om de kinderen weer bij moeder thuis te krijgen; tegen Bureau Jeugdzorg, het Leger des Heils en de Raad voor de Kinderbescherming. Telkens zagen deze organisaties kans de afschuwelijke toestand te continueren. De kinderen misten niet alleen een thuis maar ook hun vertrouwde school. Het belang van de kinderen werd volledig opgeofferd aan het oogmerk van Bureau jeugdzorg Gelderland, het Leger des Heils en de Raad voor de Kinderbescherming, namelijk: zoveel mogelijk geld aan de uithuisplaatsing te ontlenen.

Niet alleen ik had correspondentie met de vestigingsmanager R. Pullen van het Leger des Heils Zutphen, de gezinsvoogden C. Veddeler en M. Pormes van hetzelfde Leger des Heils en mevrouw A. Hendriks van de Raad voor de Kinderbescherming; vooral met deze laatste mevrouw viel geen land te bezeilen. Tevergeefs deed ik een beroep op de humane en christelijke achtergrond van de topmensen van het Leger des Heils, de heren Vader en Palsma. De zaak trok internationaal de aandacht in het verkeer tussen de Russische en Nederlandse minister van Buitenlandse zaken en ook van het Europese parlement.

Onder hevig protest van het Leger des Heils Gelderland nam de kinderrechter in Arnhem vandaag – op grond van een vernietigend rapport over de handelwijze van Jeugdzorg Gelderland, het Leger des Heils en de Raad voor de Kinderbescherming van een vooraanstaande deskundige – het besluit de kinderen onmiddellijk naar de moeder te laten gaan. Het Leger des Heils probeerde tevergeefs van de rechter gedaan te krijgen dat deze ermee akkoord zou gaan dat op verzoek van het Leger des Heils de moeder zou afzien van mogelijke procedures tegen het Leger des Heils.

Voor allen die zich verzetten tegen de handelingen van types als Erik Gerritsen René Meuwissen, Jan-Dirk Sprokkereef, Hans Lomans, Martin Sitalsing, Hans Kamps en Arthur Schellekens jegens volstrekt onbeschermde kinderen, is deze ommekeer in het juridisch omgaan met wat door de Bureaus Jeugdzorg, het Leger des Heils en de Raden voor de Kinderbescherming bij de rechterlijke macht wordt aangereikt, van verstrekkende en grote betekenis. Dit verzet komt van de kinderen (zoals Ilja, Sylvano en Remzi Cavdar) van moeders (zoals Kik de Jong en Nora Yorukseven), van vaders (Maarten Kalf) en van derden.

Mijn inschatting is dat het roer nu om gaat. Ik roep daarom Vader en Palsma op met mij te overleggen over het inslaan van het humane in plaats van het inhumane traject (zie “Economie” vijfde druk blz 326 – 327). De schade die door de instellingen jeugdzorg, het Leger des Heils en de Raden voor de Kinderbescherming is aangericht is enorm – bovenal in menselijk opzicht –  maar kent ook een financiële kant. Voor de gemeenten breken moeilijke tijden aan, voor de kinderen ziet de toekomst er misschien iets beter uit.

 

NB Ten slotte, mevrouw Lousberg van het kantoor Korver – Van Essen zag haar inhumane eis: de omgang van vader en dochter voor drie jaar te stoppen; bij dezelfde rechtbank in Arnhem vandaag eveneens stranden.

De stem van het kind

LUISTER… dit is mijn stem.”

Niet praten tegen kinderen, maar luisteren naar kinderen!

Op 31 mei 2013 vond aan de Erasmusuniversiteit van Rotterdam het congres plaats “De stem van het kind”. Een initiatief van hoogleraar Ido Weijers en kinderombudsman Marc Dullaert. De zaal zat vol met rechters, raadsonderzoekers, advocaten, gezinsvoogden, AMK-, BJZ-  en andere jeugdzorgwerkers. Als belangstellende uit het onderwijs mocht ik ook komen.

Ido Weijers illustreerde de noodzaak van dit congres met een voorbeeld uit een documentaire van Meral Uslu en Maria Mok, “De gezinsvoogd”. In deze documentaire wordt een gezinsvoogd gevolgd, die zichzelf heel goed vindt.

Ido Weijers daarentegen vindt dat deze gezinsvoogd vooral zelf aan het woord is en beslist niet luistert. En daar is het Ido Weijers om te doen. Het kind wordt binnen jeugdzorg en de rechtsspraak nauwelijks gehoord. Terwijl kinderen uitstekend in staat zijn om te laten merken wat ze willen. Ook heel jonge kinderen.

De mensen die aan dit congres deelnamen, o.a. René Meuwissen, directeur BJZ Rotterdam, zaten heel ijverig te knikken. Ze waren allemaal heel begaan met het kind en zouden vanaf nu toch meer gaan luisteren.

Naar aanleiding van dit congres en de plenaire discussies werden aanbevelingen gedaan, die door alle deelnemers ondersteund werden. Laten we kijken wat er in de zaak rond het jonge kind Sylvano met deze aanbevelingen gedaan is.

Leven in een instelling

Sylvano Bontekoe werd 2 jaar geleden uit huis geplaatst, vanwege schoolverzuim. Voortdurend liep hij weg, want hij wilde terug naar zijn moeder. Op dit filmpje uit februari 2012 kun je luisteren naar de 7 jaar jonge Sylvano, die weer mee moet naar de instelling en hartverscheurend huilt. “Neeeee, ik wil bij mama blijven!!!!”

Daar is niet naar geluisterd. Integendeel. Sylvano loopt iedere keer weer weg en verhaalt in een ander filmpje hoe hij mishandeld wordt in de instelling. Kinderen worden ruw vastgepakt en op de grond in bedwang gehouden. Als een kind boos is, gaat de leiding met hem “wandelen”. Een understatement voor iets wat ik “waterboarden voor kinderen” noem. Het kind mag geen sokken of schoenen aan en moet zo buiten lopen, tot het weer mak is,  geïntimideerd en klein gemaakt. De leiding heeft een pasje, waarop staat dat ze de kinderen zo mogen behandelen. Ongetwijfeld onder dwang tekenen ouders daarvoor.

Ontsnapping en onderduik

Tot juni dit jaar leeft Sylvano in een hel in de instelling, oftewel jeugdgevangenis. Dan ontsnapt hij weer en weet onder te duiken, geholpen door een groep verzetsmensen, die terecht vindt dat de terreur van Jeugdzorg Nederland lang genoeg geduurd heeft en dat daar heel snel een einde aan moet komen.

Videoboodschappen

Sylvano publiceert op Youtube een aantal videoboodschappen, waarin hij vertelt dat hij blij is ontsnapt te zijn. Hij hoopt dat meer uithuisgeplaatste kinderen zijn voorbeeld volgen en dat openbaar gemaakt wordt hoe er met kinderen omgegaan wordt. Hij vertelt dat zijn rechten geschonden worden, dat hij zijn moeder en zijn broertje mist, maar dat het naar omstandigheden goed gaat.

Klopjacht en arrestatie

Jeugdzorg houdt hier niet van en begint een ware klopjacht naar Sylvano, onder het mom dat “hij de zorg moet krijgen die hij nodig heeft.” Zijn moeder Annelies werd gearresteerd en bleef 10 dagen in hechtenis, hoewel zij niet weet waar Sylvano is en geen rol speelde in zijn ontsnapping. Ook een vriendin is aangehouden. Een aantal rechtszaken zal volgen. Jeugdzorg wil de uithuisplaatsing verlengen en zodra Sylvano gepakt is, wil jeugdzorg hem gesloten plaatsen om ervoor te zorgen dat hij niet meer kan ontsnappen.

Deskundigen

Een aantal deskundigen heeft met Sylvano gesproken en deze vinden unaniem dat Sylvano terug moet naar zijn moeder, wat Sylvano en zijn moeder zelf ook het liefste willen.

Aanbevelingen n.a.v. het congres “De stem van het kind”

“Op basis van artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) moet de overheid verzekeren dat het kind dat in staat is zijn (of haar) mening te vormen, het recht heeft die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenheden die het kind betreffen, waarbij aan de mening van het kind passend het belang wordt gehecht in overeenstemming met zijn leeftijd en rijpheid.”

  1. Ieder kind, ongeacht zijn leeftijd, kan een brief sturen naar de rechter. “Als een minderjarige rijp genoeg is om zijn mening kenbaar te kunnen maken, zou hiernaar geluisterd moeten worden. Kinderen moeten dan ook op de hoogte zijn van hun recht hierin. “De kinderombudsman geeft aan dat uit gesprekken met rechters is gebleken dat de brieven van minderjarigen een belangrijke bron zijn om de behoeftes van minderjarigen te bepalen.
  2. “Een gezinsvoogd gaf tijdens een van de discussies op het congres aan dat wellicht multimedia gebruikt kunnen worden om met minderjarigen te communiceren. Minderjarigen kunnen een filmpje van zichzelf maken en dit vervolgens opsturen naar de kinderrechter.”
  3. “Ook wordt door congresdeelnemers aangegeven dat het belangrijk is dat de visie van de minderjarige als uitgangspunt wordt genomen en dat de minderjarige als eerste wordt gehoord, zonder de invloeden van ouders of andere belanghebbenden.”

Sylvano is duidelijk rijp genoeg om zijn mening kenbaar te maken en doet dit in de vorm van videoboodschappen. Alle deelnemers, dus een flink aantal rechters, raadsonderzoekers, advocaten, gezinsvoogden, AMK-, BJZ-  en andere jeugdzorgwerkers vinden dat de visie van het kind als uitgangspunt genomen moet worden. Tot nu toe is dit hier niet in praktijk gebracht en zeker niet door belanghebbende jeugdzorg.

Jeugdzorg luistert niet

Uit de hele onverkwikkelijke geschiedenis van Sylvano blijkt voor de zoveelste keer dat:

  1. Jeugdzorg niet luistert naar het kind
  2. Jeugdzorg niet luistert naar deskundigen
  3. Jeugdzorg niet luistert naar ouders
  4. Jeugdzorg haar eigen belangen boven die van het kind stelt
  5. Jeugdzorg aanstuurt op gesloten plaatsing tot het 18e jaar van Sylvano, wat ongelooflijk veel leed zal aanrichten en de samenleving weer vele tonnen zal kosten. Een gesloten plaatsing brengt namelijk rond de 80.000 euro per jaar op, veel meer dan plaatsing in een “gewone” instelling.

Afwachten

Het is op dit moment afwachten in hoeverre de rechters mee zullen gaan met jeugdzorg, wetende dat jeugdzorg zeer veel macht heeft. En wetende dat ALS de rechter de uithuisplaatsing beëindigt en bepaalt dat Sylvano naar huis kan, dat dit niet betekent dat Sylvano veilig is voor jeugdzorg. Al te vaak gebeurt het dat jeugdzorg de uitspraak van de rechter aan haar laars lapt en bij een andere rechter weer een spoedmachtiging uithuisplaatsing krijgt.

Sylvano, Annelies en alle verzetsmensen: Houd vol! Jullie zijn  ijzersterk en stellen de misstanden, waar jeugdzorg verantwoordelijk voor is, zeer moedig aan de kaak.

 

Kik de Jong

 

“Komt Van Rijn aan Sylvano, dan komt hij aan mij!”

Door: Arnold Heertje

Staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA), die verantwoordelijk is voor het beleid inzake jeugdzorg, gaat onderzoek doen naar het ondergrondse netwerk van adressen waar kinderen die door jeugdzorg worden vervolgd, onderduiken. De staatssecretaris is een van de betere bestuurders van het kabinet Rutte, maar hier slaat hij de plank volledig mis! Dat komt omdat hij evenals zovele bestuurders van mijn politieke partij, geen enkel benul heeft van de gang van zaken op de werkvloer van jeugdzorg.

Van Rijn weet niet hoezeer in de uitvoering sprake is van inhumaan gedrag door gezinsvoogden, teammanagers en allerlei pseudodeskundigen van de Raad van de Kinderbescherming, het Legers des Heils, de William Schrikkergroep, christelijke jeugdzorg SGJ en aanpalende instellingen zoals de Hoenderloo Groep, LSG-Rentray/Intermezzo, Groot Emaus, Spirit, de Bascule, Lindenhout en Humanitas. Zij allen worden aangestuurd door directeuren jeugdzorg zoals Erik Gerritsen, Jan-Dirk Sprokkereef, Hans Lomans, René Meuwissen, Hans Kamps en Arthur Schellekens die helemaal niet – zoals de staatssecretaris denkt – de veiligheid van de kinderen waarborgen. Ze worden namelijk geleid door perverse financiële prikkels en zijn uit op zoveel mogelijk geld en werkgelegenheid. Van Rijn heeft een volstrekt verkeerde voorstelling van jeugdzorg waardoor hij het ontstaan van een ondergronds netwerk niet kan plaatsen.

Ik kan dat wel omdat ik weet dat kinderen op grote schaal worden opgejaagd en geestelijk worden mishandeld door jeugdzorg en daarom willen vluchten naar voor hen veiliger oorden in Nederland en elders. Uit eigen ervaring ken ik het onderduiken uit mijn jeugd en de achtergrond nu verschilt niet wezenlijk van die van toen. Alleen ditmaal zijn de onderdrukkers geen bewapende buitenlanders in uniformen, doch zo op het oog nette mensen voor wie de kinderen winstobjecten zijn. Niet alleen de kinderen maar ook vaders en moeders zijn het slachtoffer van deze inhumane praktijken. Zolang de staatssecretaris niet de werkelijkheid onderkent die in alle instellingen van jeugdzorg heerst – die onder het mom van privacy en bescherming van kinderen een schrikbewind voeren waarvan duizenden kinderen de dupe zijn – wordt het ondergrondse netwerk groter en het onderduiken schering en inslag. Deze ontwikkeling kan moreel door mensen die, zoals ik, weten hoe de vork in de steel zit, alleen maar worden gesteund.

De aanpak die de staatssecretaris nu kiest, namelijk de vervolgden en opgejaagden vervolgen, is een sociaal-democraat onwaardig. Als hij aan Sylvano komt, komt hij aan mij! Daarop blijf ik hem attent maken tot het over is.

Kindermishandelingskruistocht

… hun opvattingen hebben veel aards lijden veroorzaakt en veroorzaken dit nog steeds … (A. Van Dantzig)

Bezinning

Als een aanpak niet werkt en zelfs schadelijk is, is het tijd om achterover te leunen en zich te bezinnen, in plaats van de trein door te laten denderen. Dit kan pijnlijk zijn voor diegenen die te vuur en te zwaard de aanpak verdedigen, maar verdere schade moet voorkomen worden.

Ik heb het natuurlijk over de aanpak en bestrijding van kindermishandeling.

Prof. Van Dantzig, een psychiater, was geschokt over onderzoek waaruit bleek dat per jaar 50.000 kinderen werden mishandeld en begon met zijn vazallen een kruistocht. Hij richtte RAAK op, de Reflectie- en Actiegroep Kindermishandeling, waar ook Jan Willems deel van uitmaakt, pleitte voor opvoedles van ouders en meer controle, drang en dwang.

Zijn kruistocht veroorzaakt onnoemelijk veel onnodig lijden.

Onderzoek

Onderzoek is niet altijd betrouwbaar. Onderzoekers werken naar resultaten toe, interpreteren data verkeerd, baseren zich op onbetrouwbare instrumenten. Zo ook hier. De meldcode kindermishandeling en ook de veelgebruikte risicotaxatie LIRIK zijn onbetrouwbare instrumenten, die veel vals-positieven opleveren. Ook moet men bedenken dat jeugdzorg zelf ieder jaar een substantieel aantal meldingen over ouders doet, om de aanvoer van kinderen (lees: geld) te waarborgen. Andere meldingen, over mishandeling in instellingen en pleeggezinnen, worden daarentegen stelselmatig genegeerd. In instellingen is grof geweld tegen kinderen volkomen normaal. Vastpakken, tegen de grond duwen, in de isoleercel stoppen, vernederen, tot gehoorzaamheid dwingen en rustig houden met medicatie. Als u nog niet weet hoe gewelddadig daar met kinderen omgegaan wordt en u heeft een sterke maag, bekijk dan deze links:

Dat kinderen er dusdanig door getraumatiseerd raken, hun levenslust verliezen, crimineel worden of zelfs zelfmoord plegen, is gruwelijk en helaas begrijpelijk.

Mishandeling bestaat, maar het is maar de vraag of dat vooral door ouders gebeurt.

De grote, machtige, maar incompetente jeugdzorg

Kinderen zijn niet bij jeugdzorg gebaat. De ontelbare persoonlijke verhalen van vrijwel iedereen die met jeugdzorg in aanraking is gekomen, bewijzen dat jeugdzorg op geen enkel front ook maar iets te bieden heeft inzake hulp. Een topje van deze ijsberg staat op jeugdzorg-darkhorse en vele andere sites. Helaas kloppen al deze horrorverhalen.

Jeugdzorg is wel bij kinderen gebaat. Ouders brandmerken als kindermishandelaars EN jeugdzorg het monopolie geven bij het opsporen en in beheer houden van “mishandelde” kinderen, ondersteund door rechters die geen tijd hebben, niet deskundig zijn of zelf financiële belangen hebben in jeugdzorg, heeft van jeugdzorg een zeer machtig, onaantastbaar, maar etterend monster in de samenleving gemaakt, waar per jaar 4 miljard euro naar toe stroomt.

Een sprekend voorbeeld hiervan is de rechtszaak, waar Jan Willems zo enthousiast over is. In deze zaak, die niets anders is dan ordinaire kinderroof door BJZ, worden zowel het oordeel van deskundigen als de bloedband tussen ouder en kind door de rechters aan de kant geschoven. Bestudering brengt aan het licht dat in deze zaak drie partijen een financieel belang hebben bij het uit huis geplaatst houden van het kind: Bureau Jeugdzorg (30.000 euro minimaal per jaar), de pleegouders (pleegzorgvergoeding is hoger dan de kinderbijslag) en rechter Buijtenhuijs (bezoldigde bijbaan bij…..jawel, jeugdzorg).

Het verhaal van de vader is verbijsterend, maar binnen jeugdzorg volkomen normaal.

Door de bloedband te ontkennen, de sterkste band in de natuur voor mens en dier, wordt de weg vrij gemaakt voor kinderroof op grote schaal. Precies wat er in Nederland gebeurt.

Aanvoer van kinderen

Om de werkgelegenheid en geldstroom naar jeugdzorg veilig te stellen, moeten er voldoende kinderen aangeleverd worden. Dit bereikt jeugdzorg door zich te nestelen in alle facetten van de samenleving waar kinderen zijn. Op basisscholen praten jeugdzorgwerkers met kinderen. Op middelbare scholen vullen pubers een vragenlijst in met zeer intieme vragen. In ziekenhuizen wordt het ouderprotocol gehanteerd om mishandelende ouders op te sporen. Verenigingen hebben mensen rondlopen die een cursus “signaleren van kindermishandeling” hebben gevolgd. In Amsterdam voert Hanna Swaab neurologische tests uit op kinderen (lees: proefkonijnen), het wijkteam is er, door Paul Frissen het Cubaans revolutionair comité genoemd, ouder- en kindadviseurs dringen 6 weken na de geboorte je huis met spiedende ogen binnen, medewerkers van Operatie Badeend tellen het speelgoed in de badkamer om te kijken of er zo mogelijk iets aan de ouders mankeert.

En overal en altijd hangt het vangnet van jeugdzorg klaar om zoveel mogelijk kinderen te vangen.

De kruistocht van RAAK houdt jeugdzorg zeer stevig in het zadel.

Alarm

In 2002 schreef prof. Hoefnagels:

Er zijn nog steeds rechters die menen dat de werkers bij de kinderbescherming deskundig zijn, maar het overgrote deel van hen kent noch het recht noch de psychologie van dit terrein, noch de minimale normen die aan een rapport gesteld mogen worden. Op grond van vele expertises heb ik geconstateerd dat de rapporten van de raden en andere kinderbeschermingsinstanties niet op feiten berusten.
bron

Exact ditzelfde constateerde in november 2013 de kinderombudsman, in het rapport “Is de zorg gegrond?”, en Ido Weijers in 2012 in “Tekortkomingen bij de uithuisplaatsing”.

Er is in die 11 jaar niets verbeterd en wat ouders en kinderen allang weten:

Op grond van onjuiste rapporten worden kinderen al jarenlang onterecht uit huis geplaatst.

Als jeugdzorg een integere organisatie zou zijn en er zou geconstateerd worden dat kinderen onterecht uit huis geplaatst of onder toezicht gesteld worden, dan zou de organisatie onmiddellijk groot alarm slaan en alle dossiers, waar volgens ouders en kinderen fouten in staan, herzien, want ieder kind dat een dag te lang uit huis is geplaatst is er 1 teveel. Men zou fouten herstellen en maatregelen nemen om herhaling te voorkomen. Men zou zijn verantwoordelijkheid niet ontlopen en dat ook niet willen.

Evenwel doet jeugdzorg er niets mee, hoeft er ook niets mee te doen, herstelt fouten niet en laat kinderen verder wegkwijnen in instellingen en pleeggezinnen. Men wil namelijk graag die 4 miljard euro per jaar blijven opstrijken. En uithuisgeplaatste kinderen brengen veel op.

Zijn er alternatieven voor de huidige jeugdzorg?

Absoluut. Voor problemen zijn prima andere oplossingen te bedenken. Bovendien zijn mensen veel sterker dan hen wijsgemaakt wordt. Ze kunnen hun problemen zelf oplossen, op hun manier, met de hulp die ZIJ zoeken. Het geld wat door jeugdzorg opgeslokt wordt, is uitstekend in te zetten voor WERKELIJKE HULP.

Wat nu?

Ouders, kinderen, grootouders, ooms, tantes, vrienden en alle andere betrokkenen, die hierdoor geschokt zijn, willen deze jeugdzorg niet. De vraag is: Hebben we de macht het te veranderen? Deze site bestaat niet voor niets. Hoe meer in de openbaarheid komt, hoe meer mensen zullen beseffen, dat er iets heel erg mis is. En dat dit desastreus is voor de hele samenleving.

Jeugdzorg doet niets, de politiek doet niets, en dus moet de samenleving zelf alarm slaan.

Kik de Jong

 

Ontkenning van kindermishandeling

19 Augustus 2014 door dr. Jan Willems

Ontkenning van onwelkome feiten is een bekend en belangrijk fenomeen waarmee mensen en hele maatschappijen zich op de been houden. Soms voor korte tijd, soms een leven lang, of over meerdere generaties. Ontkenning kent vele vormen: bagatelliseren, rationaliseren, projecteren, loochenen, verdringen, vluchten in ideologieën, zich vastklampen aan hele en halve leugens en zelfbedrog. Ontkenning kan tijdelijk een nuttige functie hebben, een doekje voor het bloeden zijn, of een stapel doeken, maar vroeg of laat steken de onderdrukte persoonlijke of maatschappelijke spoken toch weer hun akelige koppen op. Een gevoelige snaar wordt geraakt. De vlam schiet in de pan. Met sommige feiten uit het persoonlijke of maatschappelijke verleden, of heden, willen we gewoon niet geconfronteerd worden. De pijn is te groot, de angst te overweldigend, verbale of zelfs fysieke agressie is dan vaak het eerste afweermiddel waarnaar gegrepen wordt.

Al dertig jaar onderzoek ik het fenomeen kindermishandeling. Dat is uiteraard niet mogelijk zonder eerst afgerekend te hebben met de persoonlijke spoken uit je eigen jeugd en verleden. Ontkenning is stilstand. Als persoon groei je pas weer als eerst beangstigende beelden of onaangename feiten onder ogen worden gezien. Dat geldt óók voor maatschappelijke verandering. Die is pas echt mogelijk als niet meer wordt weggekeken van grootschalige en grove mensenrechtenschendingen in heden en verleden. Eén zo’n grootschalige en grove mensenrechtenschending is de kindermishandeling. Nog steeds. Ook in Nederland.

Al twintig jaar publiceer ik over kindermishandeling en geef ik lezingen en colleges. Intussen zijn de keren dat ik naar aanleiding van publicaties of lezingen met persoonlijke of maatschappelijke spoken van lezers of toehoorders te maken kreeg, niet meer te tellen. Hoog tijd om eens in kaart te brengen op welke onderdelen of aspecten van kindermishandeling ontkenning bestaat en toeslaat. Ik heb inmiddels een tiental ‘ontkenningen’ onderscheiden, die ik verder wil uitdiepen in het kader van het onderzoeksproject van het Maastrichts Centrum voor de Rechten van de Mens naar ontkenning (denial) van grootschalige en grove mensenrechtenschendingen. Dit project heet Denialism and Human Rights en daarbinnen onderzoek ik de tien ‘denialisms’ met betrekking tot kindermishandeling.

Op deze plaats zal ik de vier belangrijkste aanstippen waarmee ik nog geregeld wordt geconfronteerd. Ten eerste: ontkenning met betrekking tot de definitie van kindermishandeling. Wie ook ernstige vormen van vermijdbare kinderbeschadiging door ouderlijk toedoen of nalaten buiten deze definitie wil houden, kan beter eerst te rade gaan bij de LONGSCAN classificatie  en bij General Comment 13 (2011) van het Kinderrechtencomité.

Ten tweede: ontkenning met betrekking tot de omvang van kindermishandeling. De cijfers zijn schrikbarend, en bovendien nogal uiteenlopend, afhankelijk van het soort onderzoek. Wie zich wil oriënteren, dient verschillende studies te raadplegen: de Nederlandse SOM 2007  en NPM-2010, onderzoek verschenen in The Lancet 2008 en gegevens uit 2013 van de NSPCC. De percentages variëren van ruim 3% van alle kinderen per jaar (120.000 in Nederland; NPM-2010) tot een kwart of zelfs meer dan een derde over de hele jeugd (NSPCC, SOM). Veiligheidshalve wordt uitgegaan van grofweg 10% per jaar in rijke landen (350.000 kinderen in Nederland; The Lancet/BBC). Het gaat dan om ernstige vormen van geweld, verwaarlozing of misbruik.

Ten derde: ontkenning met betrekking tot de ernst van de gevolgen van kindermishandeling. Persoonlijke en maatschappelijke spoken zullen er geen boodschap aan hebben maar wetenschappelijk gezien is hier geen enkele ruimte voor ontkenning blijkens met name de gegevens uit de diverse onderzoeken van de ACE Study en van het Center on the Developing Child van Harvard University. Propageerders van gelijkwaardig ouderschap redeneren het belang van het kind weg, bijvoorbeeld door omgang met beide ouders per definitie tot belang van het kind te verklaren, en aldus een mogelijk beschadigende ouder over één kam te scheren met een beschermende of meer sensitieve ouder. Maar het ondergeschikt maken van het belang van het kind aan de belangen van volwassenen is niet alleen een schending van kinderrechten maar leidt al snel tot kindermishandeling. De volgende ontkenning is dan het wegkijken of wegredeneren van de ernst van de gevolgen daarvan. Ook over het belang van het kind heeft het Kinderrechtencomité, in General Comment 14 (2013), zijn licht laten schijnen.

Ten vierde: de bloedbandmythe. Deze traditionele mythe, tegenwoordig in de moderne variant van de DNA-mythe, betreft de ontkenning van het primaire belang van de gehechtheidsband. Ook in Nederland is ruim een derde van heel jonge kinderen niet veilig gehecht. Veilige gehechtheid is niet een zaak van biologie (je bloedeigen kind of de helft van je DNA) maar van intensieve en sensitieve interactie tussen ouderfiguren en baby’s en peuters. In een uitspraak van 22 mei 2012 gaf de Groningse rechtbank aan dat gelukkig goed te hebben begrepen. De rechtbank volgde de conclusies van de ‘deskundigen’ niet en gaf aan dat zij “het door de deskundigen gehanteerde criterium, de bloedband, niet juist acht.” Helaas volgen rechters als regel ‘deskundigen’ wel.

In de lange reactie van Kik de Jong op mijn eerste blog komen alle vier ‘denialisms’ voorbij, aan de hand van stromannen en spokenfluisteraars. Niet iedereen die negatieve ervaringen met jeugdzorg heeft, weet deze even goed, en vanuit voldoende zelfinzicht, te onderbouwen. Dat is jammer omdat jeugdzorg en kinderbescherming in Nederland daar niet beter door worden. Maar misschien vooral omdat persoonlijke en maatschappelijke spoken er alleen maar door worden gevoed.

Niet kindermishandeling tiert welig, maar de paniek eromheen

Reactie van mevrouw Kik de Jong op het opiniestuk van dr. Jan Willems

Ieder jaar komen er 120.000 meldingen van kindermishandeling binnen bij het AMK. Stel je voor: Net zoveel kinderen als Maastricht inwoners heeft worden jaarlijks mishandeld. Als werkelijk op zo’n grote schaal kinderen mishandeld zouden worden, moeten ouders echt volledig het spoor bijster zijn.

Maar het cijfer klopt niet. Het is veel te hoog.

In de 15 jaar dat ik werkzaam was in het onderwijs, ben ik geen ouders tegengekomen, die hun kinderen mishandelen. Er waren natuurlijk problemen in de gezinnen van de leerlingen, zoals in elk gezin, zoals in elk leven. Sommige kinderen voelden zich alleen, sommige ouders hadden geen begrip, er was ruzie of een pestende broer, ouders hadden geen tijd omdat ze veel werkten, sommige ouders lazen hun kinderen nooit voor. Dat soort dingen hoort bij het leven en is geen mishandeling. Maar tegenwoordig heet dit allemaal mishandeling of verwaarlozing. En daar vliegt men uit de bocht.

Een kind bestaat voor de helft uit het DNA van de moeder, en voor de helft uit DNA van de vader. Ouders en kinderen hebben een zeer sterke band. De hechting aan de moeder begint zelfs al in de baarmoeder. Het is van groot belang ouders en kind niet te scheiden.

Kinderen en ouders zijn elkaars spiegel. Zij herkennen zichzelf in elkaar, nemen dingen van elkaar over en groeien samen verder. Niet altijd bewust. Maar dit is zoals het leven bedoeld is. Ieder kind krijgt mooie, maar ook moeilijke dingen mee van zijn ouders. Door zijn ouders te leren kennen, leert het zichzelf kennen. Door het kind te leren kennen, leren ouders ook weer over zichzelf. Problemen zijn er om te overwinnen en daar groeit de mens van. Maar groeien en zich ontwikkelen kan de mens alleen op zijn eigen tijd, op zijn eigen manier. De wisselwerking tussen ouders en kind is uitermate belangrijk en kan niet overgenomen worden door een ander. De band, hoe slecht die soms ook is, kan niet verbroken worden en kunstmatig met een ander aangegaan worden.

Uit een indringende documentaire over “De dwaze oma’s van Argentinië”, komt naar voren, dat, zelfs als het kind vlak na de geboorte is weggehaald en opgevoed door anderen, wat ten tijde van het schrikbewind van Videla op grote schaal gebeurde, de herkenning als het herenigd wordt met zijn familie, onbeschrijflijk is. Het voelt als thuiskomen. Het leed dat het kind is aangedaan, door het zijn eigen familie te ontnemen, is groot.

Ditzelfde leed wordt nu in Nederland op grote schaal gezinnen aangedaan. Onder het mom van “verwaarlozing” of “mishandeling” wordt een onnoemlijk groot aantal kinderen bij de ouders weggehaald en elders opgevoed. Honderden keren per jaar worden kinderen zelfs al voor de geboorte onder toezicht gesteld en vlak na de geboorte weggehaald. Zodra ouders niet helemaal perfect zijn volgens de afvinklijsten, kan men altijd wel redenen vinden om de kinderen onder toezicht of uit huis te plaatsen. De kinderen komen terecht in instellingen, in pleeggezinnen, zo’n 40.000-50.000 per jaar. Zeer schadelijk, maar zeer lucratief voor jeugdzorg. De ouders worden weggezet als “mishandelaars” en bij bosjes uit de ouderlijke macht gezet.

Dhr. Willems heeft in deze gang van zaken zelf een voortrekkersrol in gespeeld. Met niet-aflatende ijver pleit hij al jaren voor meer controle over de opvoeders, verplichte opvoedcursussen (alsof de samensteller daarvan de wijsheid in pacht heeft), vroeg-signalering van kindermishandeling, uitbreiding van de definitie van kindermishandeling, invoering van de meldcode kindermishandeling, een voortdurende bemoeienis met en snel ingrijpen in het gezin door de Staat.

Het is hem, samen met een groep anderen, verenigd in RAAK, gelukt, de meldcode kindermishandeling verplicht te stellen. Maar de meldcode kindermishandeling is een onbetrouwbaar instrument, waar echte deskundigen, zoals Henry Otgaar  of Paul Frissen voor hebben gewaarschuwd. Jos Lame heeft terecht geweigerd deze meldcode in te voeren. Maar de meesten zijn er kritiekloos mee aan de slag gegaan. Want kindermishandeling, dat willen we niet! Een groot aantal mensen heeft een cursusje “signaleren van kindermishandeling” gevolgd, wat goed geld voor de aanbiedende organisaties betekende en nu lopen er in Nederland honderdduizenden mensen rond, die vooral denken dat de buren hun kinderen wel zullen mishandelen. Zoals Henry Otgaar zegt: de code zal veel vals-positieven opleveren. En dat klopt ook. Er wordt veel mishandeling gesignaleerd, die geen mishandeling is. Vals-negatieven zijn er ook. Er is mishandeling, die niet gesignaleerd wordt. Denk maar aan Savannah. Ondanks de aanwezigheid van vele hulporganisaties werd Savannah vermoord. Hoe professioneel zijn deze hulpverleners dan eigenlijk?

Dus, omdat iedereen zich inmiddels deskundig waant op het gebied van kindermishandeling, schiet het aantal meldingen omhoog.

Ik zou ervoor willen pleiten dat iedereen, die denkt kindermishandeling te kunnen signaleren, deze meldcode eens voor zichzelf invult. Hij zal erachter komen, dat ook hijzelf zijn kinderen mishandelt. Weleens ruzie gehad, waar de kinderen bij waren? Weleens een onmachtige tik gegeven? En ja, hoor, de kinderen zijn dan “getuige van huiselijk geweld” en “slachtoffer van fysiek geweld”. Hopelijk dat men dan wat wijzer en bescheidener wordt.

Het boek van dhr. Storms over psychopathologie zal een zeer averechts effect hebben

Het boek van dhr. Storms zal het effect hebben, dat men her en der “psychopaten ” zal gaan ontdekken. Zoals men ook seksueel misbruik meent te kunnen ontdekken m.b.v. de poppenvilla, diagnoses denkt te kunnen stellen aan de hand van Wikipedia pagina’s, een mishandeld kind denkt te kunnen ontdekken als een kind zich prima gedraagt (maar ongetwijfeld een groot geheim met zich meedraagt), of een emotioneel verwaarloosd kind ontdekt, als het onschuldig doktertje speelt.

Een samenleving die op zo’n verwrongen manier met ouders en kinderen omgaat, is een gestreste samenleving, waarin wantrouwen hoogtij viert en waar een kind niet veilig in op kan groeien.

Het kind plaatsen bij de “meest empathische ouder” zuigt ouders een vechtscheiding in

Dhr. Willems signaleert wel terecht, dat de bemoeienis van jeugdzorg en kinderbescherming een averechts effect hebben. Maar niet alleen op vechtscheidingen. Bij een scheiding worden ouders door het familierecht de “vechtscheiding” ingezogen. Dhr. Willems trapt met open ogen in de valkuil. Hij pleit voor een plaatsing bij de “meest empathische ouder”. En dus gaan ouders tegen elkaar opboksen en de ander in een kwaad daglicht stellen om dit predicaat te krijgen. Advocaat Peter Prinsen analyseert dit mechanisme uitstekend in zijn stukken.

Je kunt het de ouders niet kwalijk nemen. Men dreigt hen het kostbaarste in hun leven, hun kind, te ontnemen. Waar dat met Ruben en Julian op uitdraaide weet iedereen.

De waanzin rondom kindermishandeling

Wat dhr. Willems voor ogen stond toen hij zijn kruistocht begon weet ik niet, maar de simplistische wereld, waarin de wijze professional onwetende en verwaarlozende ouders liefdevol begeleidt, bestaat niet. De vele jeugdzorgwerkers, leerkrachten, consultatiebureaumedewerkers, zorg coördinatoren, leerlingbegeleiders, buren en andere amateuristische opsporingsambtenaren beschuldigen ouders massaal van mishandeling of verwaarlozing. Die vervolgens massaal hun kinderen kwijt raken.

DAT IS PAS KINDERMISHANDELING!

De waanzin rondom kindermishandeling, heeft dus een hoeveelheid kindermishandeling EN oudermishandeling tot gevolg, die zijn weerga niet kent.

Allen Frances, de samensteller van de DSM-4 lijst, kwam tot inkeer, toen hij merkte dat deze lijst een epidemie aan diagnoses tot gevolg had. Hij had de moed dit aan de kaak te stellen en ontliep zijn eigen verantwoordelijkheid hierin niet. Ik hoop dat dhr. Willems ook tot inkeer komt, nu blijkt dat de paniekerige waanzin van het “opsporen en voorkomen van kindermishandeling” mede dankzij hem een epidemie aan schadelijke ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen tot gevolg heeft gehad. Een epidemie van mishandeling.

Willen wij een land van alleen gele tulpen?

Ido Weijers, die een werkelijk wijs mens is, en die, als hij nu jong was geweest zeker onder toezicht zou zijn gesteld, gaf in een interview aan: Ouders zijn helemaal niet onverschillig, ze doen het goed, LAAT KINDEREN MET RUST, en verspil geen geld aan onbenulligheden.

Iedereen zou zijn kinderen op moeten kunnen voeden op zijn EIGEN manier. Die vrijheid, inmiddels verdwenen in Nederland en vervangen door een totale controlezucht, is een groot goed, en geeft ruimte aan iedereen om op zijn manier te leven en zichzelf te mogen zijn. Dit geeft een rijk gevarieerde samenleving. Op dit moment mogen alleen gele tulpen bloeien in Nederland. Keurig afgepast en in het gareel. Op de manier van de “hulpverlener”, een opvoedcursus of een richtlijn, met drang, dwang en dreiging.

Maar wil je in de bloementuin ook klaprozen, korenbloemen, kastanjebomen en andere pracht, dan zal je die de ruimte moeten geven. Laat de ander in zijn waarde. Als je een mens met rust laat, bloeit hij op. Maar wijsheid is niet in een protocol te vangen en het is de vraag of het angstige Nederland, met dhr. Willems voorop, dit aandurft.

Een moeder, dus… kindermishandelaarster

De rechtsstaat in de grondwet, maar nog steeds niet voor kinderen

Op 14 juli 2014 publiceerde dr. Jan Willems onderstaand opiniestuk  (bron: Maastricht University)

Op 27 juni berichtte de rijksoverheid het volgende. ‘De Grondwet krijgt een algemene bepaling die uitdrukt dat Nederland een democratische rechtsstaat is. Deze zal voor artikel 1 worden toegevoegd en luiden: De Grondwet waarborgt de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten.’ Aldus deze website van de rijksoverheid.

In 1998 verdedigde ik in mijn proefschrift Wie zal de opvoeders opvoeden? de stelling dat in Nederland sprake is van grootschalige en ernstige mensenrechtenschendingen. En wel door het grove gebrek aan structurele preventie van kindermishandeling, waarvan tienduizenden kinderen elk jaar het slachtoffer waren met zeer ernstige gevolgen voor henzelf, de gezinnen waarin zij opgroeien, en de hele maatschappij. Bij een dergelijke grove mensenrechtenschending is het bijna een gotspe Nederland een rechtsstaat te noemen. Is de situatie intussen zodanig verbeterd dat we de rechtsstaat zonder gêne een plaatsje in de Grondwet kunnen geven? Helaas, het tegendeel is het geval.

De omvang van kindermishandeling is toegenomen, van schattingen van minimaal 50.000 vóór 1998 en minimaal 80.000 in mijn proefschrift naar een in 2005 en 2010 gemeten omvang van minimaal 120.000 kinderen per jaar. En ook dat is nog een forse onderrapportage van de werkelijke omvang van vermijdbare ernstige kinderbeschadiging. Zeker als je bedenkt dat één op de drie jonge kinderen – volledig onnodig – onveilig is gehecht. Met alle risico’s vandien voor de gezonde ontwikkeling van hun hersenen, veerkracht en persoonlijkheid.

Bovendien weten we meer van de ernst van de gevolgen, met name op medisch en neurologisch vlak (zie Acestudy en Harvard), en van de miljarden per jaar die we in Nederland verspillen met een achterhaalde en averechtse aanpak. We weten immers ook veel beter dan in 1998 wat echte preventie inhoudt en hoe de aantallen dus drastisch kunnen worden teruggedrongen. En daarmee de kosten van gezondheidszorg, criminaliteit en uitkeringsafhankelijkheid.

Het sterkste staaltje van de averechtse aanpak, en voortdurende kinderrechtenschendingen, in ons land is wel de intensieve bemoeienis van jeugdzorg en kinderbescherming met ‘vechtscheidingen’ die dat helemaal niet zijn, waardoor kinderen niet bij de ouder met de meest empathische persoonlijkheid en de meest empathische (in vaktermen: responsieve) opvoedingsstijl worden geplaatst, maar bij de ouder die het best de slachtofferrol speelt en het meest meehuilt met de jeugdzorgwolven in het bos (zie Jan Storms, Destructieve relaties op de schop, Utrecht 2014, slothoofdstuk; laatste druk zojuist verschenen).

Door het sinds 1995 geheel ontbreken van effectieve rechterlijke controle opereert jeugdzorg praktisch gezien als een staat-in-de-staat. Naar (beschermende) ouders en (bedreigde) kinderen wordt niet geluisterd. En de belastingbetaler draait ervoor op (zie Arnold Heertje, Economie, Amsterdam 2014, laatste hoofdstuk). Over democratie en rechtsstaat gesproken.

De Grondwet waarborgt de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten? Niet voor empathische ouders, niet voor de argeloze belastingbetaler, en al helemaal niet voor mishandelde en bedreigde kinderen!